Dag 62 t/m 74: Safaris and the end - Reisverslag uit Entebbe, Oeganda van Jeske Moerenhout - WaarBenJij.nu Dag 62 t/m 74: Safaris and the end - Reisverslag uit Entebbe, Oeganda van Jeske Moerenhout - WaarBenJij.nu

Dag 62 t/m 74: Safaris and the end

Door: Jeske

Blijf op de hoogte en volg Jeske

11 Juni 2014 | Oeganda, Entebbe

Tweede deel week 9, 10 en 11 (30 mei - 11 juni):

Dat onze wekker op vrijdag om 5 uur 's ochtends al ging was minder leuk, maar we wisten dat het voor een goed doel was! We hebben de laatste dingen in onze backpacks gepropt, de kastjes en koelkast leeggehaald en in 10 minuten gehaast ontbeten met onze guard Denis, die zelfs voor ons de afwas deed. Met onze twee volgepropte backpacks klauterden we op een boda -wat geen gezicht moet zijn geweest- en zo stonden we braaf om 7 uur ' s ochtends klaar op de afgesproken plek om opgehaald te worden door Buffalo Safaris. Nog verbazender: ze waren er precies op tijd, tot op de minuut nauwkeurig. Dat we dit nog mee mogen maken in Uganda!

Met onze chauffeur Michael vertrokken we naar Kidepo, een prachtig national park in het noorden van het land. Safaris naar dit gebied zijn over het algemeen duur en we hadden de hoop al bijna opgegeven, toen we een oude flyer van deze organisatie zagen en besloten te bellen voor de huidige aanbiedingen. Het was nog even spannend, want het was niet zeker of we met genoeg personen waren; veel mensen weten niet van Kidepo af of vinden het te spannend, aangezien het de grens met het onrustige Zuid-Soedan betreft. Maar last minute meldde er zich een vierde enthousiasteling aan kon het avontuur beginnen. Nog leuker was dat het twee Nederlandse meiden bleken te zijn: Daphne en Sangita verblijven beide in Kampala en kenden elkaar al van een eerder uitstapje.

Na enkele uren gereden te hebben, kwamen we aan bij de Rhino Sanctuary in Ziwa. Dit is de enige plek in Uganda waar neushoorns nog te vinden zijn. Door een fokprogramma is het aantal neushoorns toegenomen en dit is iets waar het park terecht trots op is! De rangers van het park houden de dieren goed in de gaten en weten dan ook precies waar ze zich bevinden, waardoor het voor ons niet moeilijk was om ze te vinden. We hebben een moeder en haar jong, geboren op 15 januari maar toch al 110 kilo, bezocht en hierna drie jongvolwassenen die allemaal verstoten zijn door hun moeders; iets wat vaak gebeurt na de komst van een nieuw jong in het gezin. Na hier enige tijd te hebben doorgebracht, vertrokken we naar Gulu om hier de nacht door te brengen. Hier ontmoetten we ook het laatste lid van ons team: James, onze guide en kok.

De volgende dag stonden we klaar om half 7 's ochtends om via Kitgum naar Kidepo te reizen. Hoe noordelijker in Uganda we kwamen, hoe meer we de sfeer voelden veranderen. Grimmiger, minder gastvrij en minder vriendelijk. In plaats van dat mensen naar ons zwaaiden, kinderen met de auto meerenden en blij 'MUZUNGUUU' blèrden zoals we gewend waren in de rest van Uganda, werd ons busje in het noorden met norse blikken nagekeken. Ergens snapten we het ook wel; de bewoners van het noorden hebben een zware tijd achter de rug en een busje blije blanken op weg naar safari is natuurlijk een groot contrast met hoe zij leven. Het laatste deel van de reis wezen mensen naar het busje, keken sommigen verbaasd en werd er 'auto, auto!' in de lokale taal geroepen. Deze mensen zien waarschijnlijk niet vaak auto's, aangezien de safari een stuk minder wordt gedaan dan die in de andere national parks. De aankomst in Kidepo was sprookjesachtig; we waren de enige mensen in de wijde omtrek, nergens waren andere auto's te bekennen en we kwamen de eerste dieren al tegen; buffels en verschillende soorten herten. Toen we aankwamen op de campsite, waar we de volgende twee nachten zouden verblijven, zagen we aan alle kanten dreigende zwarte lucht en je kon de regen dichterbij zien en horen komen. De hevige bui die daarop volgde was verkoelend en prachtig, echt de kracht van de natuur in zijn puurste vorm. Na de lunch en de bui zijn we op onze eerste korte gamedrive gegaan, richting een andere campsite omdat onze douche niet werkte. We zijn middenin een enorme kudde buffels beland en hebben onze eerste olifanten en leeuwen van een afstandje gespot. Na het douchen bij de andere campsite gingen we terug naar ons eigen plekkie, waar James heerlijk voor ons had gekookt, een kampvuurtje had gemaakt en waar er tentjes met veldbedden werden opgezet. Met zo'n kleine groep mensen slapen in zo'n ontzettend groot, bijzonder natuurgebied vol met dieren is onbeschrijflijk en een ervaring die ik nooit meer zal vergeten. Wat voel je je dan opeens klein en nederig. We hebben heerlijk geslapen na al deze indrukken.
Ook op zondag stonden we om half 7 weer klaar met een kop thee en een stuk ananas in onze hand, want waarom zouden we deze kostbare tijd hier verspillen? We hebben een heerlijk lange gamedrive gehad, zittend op het dak van ons busje. Wat ik me bij een safari had voorgesteld, dat was het: gelukkig, vredig en met een ultiem vrijheidsgevoel, zittend op je auto met de wind in je haren, de zon op je huid en natuur zover als het oog reikt. De leeuwen en olifanten hebben we van dichterbij kunnen bewonderen, maar ook krokodillen, zebra's en giraffes (jááá, happy me!) konden we aan ons lijstje toevoegen. Na de lunch wilden we op zoek naar een kudde olifanten om ze van echt dichtbij te kunnen bewonderen, maar we stuitten op twee leeuwen die hun jacht aan het plannen waren. We zijn lang blijven hangen, hebben ze zien rondlopen, speuren en in bomen zien klimmen om de omgeving in kaart te brengen, maar de daadwerkelijke kill zou waarschijnlijk pas na het donker plaatsvinden en daar konden wij niet op wachten; James zat alweer te wachten met een overheerlijke maaltijd en een veilig, warm kampvuur. Minder fijn was dat we deze nacht werden vergezeld door een plotselinge groep van 70 Ugandese studenten, die eigenlijk op de andere campsite hadden moeten verblijven maar door onbekende redenen (iets met geld, meer werd ons ook niet verteld) recht naast ons belandden. Zo’n groot park, zoveel ruimte, en ze moesten met zijn allen op enkele meters van onze tenten hun kamp opzetten? We baalden flink, maar gelukkig was het de laatste nacht.

Maandag namen we met tegenzin afscheid van het mooie Kidepo en vertrokken we op weg naar de Sipi falls, onze volgende stop! Het was een lange, vermoeiende dag waarop we alleen maar gereden hebben. Onderweg namen we afscheid van James, die weer een hoop andere dingen te doen had, waarna we met zijn vijven de reis voorzetten. De autoproblemen waar we in de afgelopen dagen op verschillende manieren last van ondervonden, bereikten een nieuw dieptepunt toen de auto het in het donker, midden op een berg begaf met een oververhitte motor. Zonder straatverlichting in de buurt, midden in een bocht, stonden we een tijd stil terwijl onze chauffeur al ons drinkwater -zo'n 10 liter- over de motor goot. Na lang wachten, konden we met een slakkengangetje verder naar onze eindbestemming van de dag: campsite Moses. Een terrein bovenop een berg met schattige banda-huisjes, een geweldig uitzicht op de dalen en de Sipi falls. We zijn vrijwel direct na aankomst gaan slapen; het was nu toch donker en dinsdag zouden Floor en ik alle energie nodig hebben om te.. abseilen!!

Toen we wakker werden de volgende ochtend, werden we verrast door tientallen aapjes, die overal op het terrein rondliepen, renden en klauterden. Heerlijk om je kop thee en je omeletje tussen deze beestjes te nuttigen. De wandeling naar de Sipi falls was kort, maar lang genoeg voor de spanning om ons op te vreten: de gedachte aan mijn hoogtevrees en de kick van het doen van zoiets gaafs wisselden elkaar af. Toen we bovenaan de waterval stonden met onze harnasjes aan, was er eigenlijk al geen weg meer terug. Na het met je volle gewicht naar achteren leunen en je als het ware langzaam van een 100 meter hoge klif te laten vallen, was het vooral genieten van de omgeving en de koele waterval-nevel die langs je waaide. De weg naar beneden was onvergetelijk en snel, de weg terug naar boven was een ander verhaal. Dit was een hike over smalle, glibberige, steile modderpaden. Een paar keer ben ik bijna de afgrond ingegleden, maar gelukkig scheen de zon en waren de paadjes verderop wel droog. In de ruim twee maanden dat we hier verbleven heb ik nooit mijn astma-medicijnen nodig gehad, maar deze dag had ik ze graag bij me willen hebben; wat een nare hike! Met het busje zijn we vanaf de campsite naar Sisiye falls gereden om Daphne en Sangita op te halen, waarna we terug naar Jinja en Kampala zijn gereden. Floor en ik hadden de safari-smaak zó te pakken, dat we besloten mee te reizen naar Kampala en banaf daar direct onze volgende safari te starten: naar Murchison national park!

En zo, door deze spontane beslissing, kwam het dat we de volgende ochtend voor de zoveelste dag op rij vroeg uit ons bed moesten. We hadden graag een relax-dag gehad, maar helaas vertrekken de safari’s naar dit park niet dagelijks en hadden we weinig andere keus. Veel vermoeider dan gehoopt hesen we ons in het busje, dat deze keer wel volgepropt zat met anderen: drie Amerikanen, twee Duitsers en een meid uit Israël. Daarnaast reed er een tweede busje achter ons met nog eens zes personen. Nu al een gigantisch verschil met Kidepo en we verloren direct al een beetje ons enthousiasme. Hoewel het aardige mensen waren, voelt een safari minder speciaal met zo’n grote groep en onze trip naar Kidepo had ons wel een beetje verwend. Het hielp ook niet dat de Amerikanen non-stop met luide, vervelende stemmen met elkaar aan het praten waren over de meest random onderwerpen; dit is zelfs doorgegaan tot tijdens de safari, waarbij ze het grootste deel van de tijd niet eens naar buiten keken en wij ons afvroegen wat ze vredesnaam op safari deden. De rest van de groep was gelukkig wel om dezelfde reden als wij in het park. Murchison is verdeeld in twee gebieden, gescheiden door de Nijl. Het deel waar wij aankwamen bestaat uit een dichtbegroeid woud -waar voornamelijk apen leven- en meerdere watervallen. We hebben hier de Murchison Falls bezocht bij aankomst, waar we een hike hebben gedaan in de brandend hete zon, voordat we naar de Red Chilli campsite vertrokken en een heerlijke (en nodige!) koude douche konden nemen. Het tweede deel van het park, het Savannegebied, bezochten we de volgende dag: met een ferry staken we -wederom ’s ochtends vroeg- de Nijl over en zo kwamen we terecht tussen de vele dieren. Omdat hier meer safari’s zijn dan in Kidepo zijn de dieren meer gewend aan voortuigen en blijven de meesten doen wat ze doen, in plaats van weg te rennen. Dit was een leuk en welkom verschil, want nu konden we de dieren van dichterbij bekijken. Toch bleef de teleurstelling bij Floor en mij een beetje hangen, want deze gamedrives waren veel te gehaast in onze optiek. Hadden we eindelijk een groep dieren gevonden, bleven we maar een paar minuten staan voor het busje zonder enige mededeling of waarschuwing weer optrok. De vrijheid die we in Kidepo hadden, misten we heel erg. Gelukkig was het park mooi, hebben we veel dieren, interessante planten en bomen gezien en was het avondeten op de campsite ook erg lekker. Op vrijdagavond arriveerden we weer in Kampala. 4 days left!

Op zaterdag hebben we de Gadaffi Mosque bezocht, waar we in hoofddoeken werden gehuld voor we werden rondgeleid door de moskee en naar boven mochten klimmen in de minaret, die een geweldig uitzicht bood over heel Kampala. Later op de dag hebben we nog even geshopt, waarna we voor de tweede keer naar de tombes afreisden. Het dak wat rond deze tijd gerenoveerd zou zijn, was verre van klaar, maar dat hadden we al verwacht: het is en blijft Uganda. We hebben beiden een aantal schilderijen gekocht waar we de eerste keer zo verliefd op waren geworden. Ze schilderen met felle kleuren op schors die ze van een boom op het terrein halen. Het bodaritje terug naar Red Chilli om onze backpacks op te halen was.. interessant. Ik heb nooit eerder echt het gevoel gehad dat ik onveilig zat op een boda (hoewel je dat natuurlijk altijd in je achterhoofd houdt), maar tijdens dit ritje heb ik doodsangsten uitgestaan! Naast dat hij veel te dicht op andere voertuigen reed, roekeloos zonder te kijken plotselinge bochten maakte, anderen afsneed en tot twee keer toe op een ander voertuig botste (waarbij ik er de tweede keer net op tijd afsprong voor de taxi het gedeelte waar ik had gezeten raakte), was ik klaar om een andere boda te zoeken. Helaas was dat het moment dat we bij de tombes aankwamen en stonden er geen andere boda’s, waardoor ik toch weer op moest stappen. Deze man begreep blijkbaar niet dat potholes in het wegdek niet geschikt zijn om doorheen te rijden, want in plaats van er netjes omheen te rijden -zoals Floor haar boda- reed hij er recht doorheen. Hij wist zelf de weg niet, waardoor hij bang was de andere boda kwijt te raken. Zelfs meerdere verkeersdeelnemers hebben mij gevraagd of ik oké was wanneer de boda afremde of stopte. Gelukkig ben ik er zonder kleerscheuren vanaf gekomen en zat Floor op een boda waarvan de bestuurder wel wist hoe hij moest rijden. In de avond hebben we ons door een special hire naar Jinja laten rijden; we wilden niet in het donker en met onze backpacks met het openbaar vervoer. Het hotel waar we in Jinja terecht kwamen was mooi, we hebben alleen bijna geen oog dichtgedaan door onze buren. Luid kletsende volwassenen en zes kinderen die zich tot na 1 uur ‘s nachts stampend, rennend en gillend door de hal bewogen zijn niet bevorderlijk voor de nachtrust! Na twee keer zelf gevraagd te hebben of ze het volume omlaag konden doen en het personeel van het hotel ze te hebben horen vragen of het zachter kon omdat ze overlast veroorzaakten, was ik er klaar voor om de manager te halen. Wij lagen al uren in bed, maar slapen was gewoonweg niet mogelijk. Toen ze mij naar buiten zagen komen en naar beneden zagen lopen, zijn ze eindelijk met zijn allen naar binnen gegaan. Er was nergens een personeelslid te bekennen (het was natuurlijk ook al midden in de nacht), maar doordat de herriemakers nu in hun kamers zaten in plaats van op de overloop was het te doen en konden we eindelijk slapen; voor een paar uur tenminste, tot er honden begonnen te blaffen en mensen die terugkwamen van het uitgaan zo’n 20 keer al lachend met deuren begonnen te slaan. Niet zo’n lekkere nacht dus; de slaap die wij zo hard nodig hadden, werd ons niet gegund.

Nog voordat wij er de volgende ochtend iets over konden zeggen, kwam de manager al naar ons toe om excuses aan te bieden en aan te geven dat de mensen van onze verdieping vandaag zouden vertrekken. Met opluchting gingen we naar de supermarkt voor een ontbijtje, waarna we door onze voormalig guard en zijn vriend werden opgehaald om naar hun kerk te gaan: de Acacia church. De kerk bestaat uit een klein overdekt gebouwtje en een grote overkapping met speakers en vele stoelen, die er pas recent is neergezet. Ook deze kerkdienst was niet zo swingend als we hadden gehoopt en ging veel langer door dan het plan was. Na de dienst zijn we naar de International Clinic gegaan, voor een volledige check-up. Het was erg druk en we moesten er blijven wachten op de uitslag. Uren later kregen we het verlossende woord: we zijn beiden helemaal gezond.

Onze laatste dag in Jinja, ‘Heroes day’, verliep heel anders dan gepland. Ons was verteld dat deze nationale ‘feestdag’ een happening is, dat er optochten worden gehouden. Maar niet dit jaar hoor: het bleek niet veel meer dan een vrije dag te zijn, en niet eens voor iedereen: alle winkels waren gewoon open. Floor en ik hebben hiervan gebruik gemaakt door het tot een laatste shopdagje om te toveren en een laatste lunch te doen bij Space café, voor we ons, onze koffers, backpacks en tasjes lieten ophalen door de special hire om ons naar Entebbe te brengen. Afscheid nemen van Jinja voelde heel vreemd en ook een beetje verdrietig, wetende dat de kans niet heel groot is dat we er ooit nog terugkomen.

Onze aller-, aller-, allerlaatste dag in Uganda hebben we doorgebracht in Entebbe, vlakbij het vliegveld, zodat we in de nacht weinig hoefden te reizen en we onze vlucht met geen mogelijkheid konden missen. Op 10 minuten afstand van het vliegveld verbleven we in hotel Skyway, op loopafstand van het Victoriameer. We zijn naar het Blue hotel gegaan met de intentie om onze laatste dag door te brengen aan het zwembad, maar zoals iedere keer dat wij wilden gaan zwemmen, regende het weer eens. Dus hebben we onze lunch daar gegeten, een drankje gedaan en zijn we daarna teruggegaan naar het hotel om onze spullen in te pakken. We hebben ons laatste diner genuttigd bij Faze 3, waarna we geslapen tot 12 uur. De special hire naar het vliegveld was zelfs te vroeg, waardoor we ruim op tijd op het vliegveld zaten. Ontzettend toeval was dat Sangita precies dezelfde vlucht naar Nederland had als wij, hier waren we tijdens Kidepo achtergekomen. Allemaal hadden we een redelijk willekeurige dag uitgekozen om terug te vliegen, en zij had dus dezelfde datum geprikt. Zo konden we gezellig met zijn drieën de wachttijden doorkomen. Na de vier uur overstaptijd op Istanbul stapten we verwachtingsvol in het vliegtuig: bijna thuis! Maar na een half uur stilstaan en af en toe een stukje rijden werd er omgeroepen dat er een defect was en er een onderdeel vervangen moest worden; dit zou 45 minuten duren. We mochten niet uit het vliegveld, en binnen no time was het erg benauwd. Na 30 minuten kwamen ze erachter dat ze het niet konden maken en moest iedereen weer uit het vliegtuig. We zijn maar in de gate gebleven om alles goed in de gaten te kunnen houden, want het grootste deel van de tijd werd er alleen in het Turks gepraat en wisten wij niet waar het over ging. Demonstratief zijn we op de grond gaan zitten en hebben we de fles Amarula, die we op het vliegveld hadden gekocht, opengemaakt. Nog iets wat we op ons lijstje kunnen zetten: borrelen in gate 2 op het vliegveld van Istanbul. Hoeveel mensen hebben dat nou gedaan?

Na een lange, lange vlucht kwamen we dan eindelijk aan in Nederland. Wat een ontzettend plat land! Alles is wennen, ongelooflijk hoe snel je aan een andere manier van leven went. En wat gaan we nu in vredesnaam met ons leven doen? Hoe moeten we ook alweer functioneren in Nederland? Kan ik nog fietsen? We zullen er snel achter komen en waarschijnlijk zijn we zo weer gewend aan ons vertrouwde, oude leventje. Maar dit is een enorm bijzondere ervaring die niemand ooit nog van me af kan nemen. Ik heb gelachen, gehuild, gepeinsd en genoten. We hebben veel mensen ontmoet, bijzondere verhalen gehoord en veel geleerd. En nu is het voorbij, al besef ik het nog niet helemaal.

Weeraba Uganda! Tunaalabagana.
Ik ga jullie missen.

  • 15 Juni 2014 - 21:11

    Djan:

    Mooi mooi mooi, maar waar zijn de foto's ?

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jeske

Actief sinds 16 Maart 2014
Verslag gelezen: 1204
Totaal aantal bezoekers 4477

Voorgaande reizen:

28 Maart 2014 - 11 Juni 2014

Muzungu adventures

Landen bezocht: